Arbeidsmarkt zorg: betere balans nodig

Kiezers vinden de gezondheidszorg een van de belangrijkste onderwerpen voor de politiek. Grootste knelpunt is de beschikbaarheid van zorgpersoneel, nu en in de toekomst. Hoe regelen we dat? De discussie over de arbeidsmarkt in de zorg gaat dan al heel snel over de tegenstelling vast personeel versus flexibele zorgprofessionals. Zijn er teveel zzp’ers? Moet een vast contract niet het uitgangspunt zijn voor medewerkers in de zorg? Of schieten we hierin door op de balans vanwege misschien wel een ouderwetse visie op vaste dienstverbanden?
Inmiddels is de werkelijkheid al weer verder. Afgelopen week kwam de NOS met een reportage over de ‘fluïde arbeidsmarkt’, gebaseerd op een onderzoek van ABN Amro. Conclusie is dat heel veel mensen zoeken naar een optimale balans in hun werk – een combinatie van vast en flex hoort daar inmiddels ook bij. 

De Nederlandse Zorg Bemiddelaar (DNZB) was door de NOS gevraagd om commentaar. Wij zien dat in de ouderenzorg een kwart van alle zzp’ers ook (tijdelijk) nog in loondienst is. Dit om onder andere flexibliteit, autonomie en het gewenste aantal uren te bereiken. Is dat goed of juist niet goed? Wij willen niet spreken over ‘goed’ of  ‘fout’. Het gaat erom dat we moeten uitgaan van zowel de wensen en behoeften van zorgprofessionals als van werkgevers en/of opdrachtgevers. En gelet op de structurele krapte op de arbeidsmarkt zeggen wij daarom voor de zorg: zet de zorgprofessional centraal. Uit onze praktijkervaring en uit onderzoek blijkt dat een deel van de zorgprofessional absoluut flexibel wil blijven werken, als zzp’er. Redenen: flexibeler met je tijd kunnen omgaan, ondernemerschap, autonomie. 

Werkgevers/opdrachtgevers kiezen inmiddels eveneens bewust voor een flexibele schil. Ook dat is de hedendaagse realiteit. Maar deze zal wat ons betreft altijd aanvullend moeten zijn op de groep vaste medewerkers, niet als vervangers. Een percentage van tussen de 5% en 10% zzp’ers binnen een zorginstelling is wat ons betreft toereikend. Belangrijk is dat werkgevers binnen de zorg kiezen voor ‘goed werkgeverschap’. Met aandacht voor werkomstandigheden, voor flexibiliteit en ruimte voor het uitoefenen van het vak. De huidige cao’s in de zorg kunnen daarin een goede basis bieden al zien wij ruimte voor verbetering. We kunnen niet stil blijven staan. 

Het is nog steeds zoeken naar een nieuwe balans op de arbeidsmarkt in de zorg. Waarin vast, flex en alle vormen daartussen meegewogen kunnen worden. Het moet hier niet gaan om starre principes, maar om de reële behoeften en wensen van zorgprofessionals. Politiek en overheid zullen kaders en regels moeten bieden waardoor die professionals hun werk met inzet en plezier kunnen blijven doen. Want we hebben binnen de zorg alle handen keihard nodig de komende jaren. Alleen dan kan de toenemende vraag naar zorg nog geleverd worden. 

Het huidige wetsvoorstel Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelatie van het demissionaire kabinet roept inmiddels al veel kritiek op, zie ook de berichtgeving afgelopen weken in het FD. Risico is dat met deze nieuwe regels het paard achter de wagen wordt gespannen en we misschien wel kostbare zorgprofessionals kwijtraken die het vak verlaten. Laten we dat voorkomen. Het wordt tijd om met alle partijen te zoeken naar de juiste balans op de arbeidsmarkt in de sector, waarbij dienstbetrekking en zelfstandig ondernemerschap naast elkaar kunnen bestaan. Om uiteindelijk de zorg voor alle Nederlanders toegankelijk, kwalitatief en betaalbaar te houden.