Recent onderzoek naar zelfstandige zorgprofessionals en zzp’ers in Nederland toont een verfrissend beeld dat haaks staat op veelvoorkomende negatieve vooroordelen. Zo zouden zelfstandige zorgprofessionals voornamelijk werken voor het geld en niet vanuit het hart en wordt de financiële situatie van zzp’ers als precair voorgesteld. Twee rapporten, één van SoloPartners en één uitgevoerd door SEOR in opdracht van de NBBU, onthullen inzichten die de werkelijkheid van zzp’ers beter belichten.

Solopartners: balanceren tussen zorg en ondernemerschap
SoloPartners publiceerde het rapport “Balanceren tussen zorg en ondernemerschap”, gebaseerd op de ervaringen van meer dan 3.500 zelfstandige zorgprofessionals. Het rapport toont aan dat veel zzp’ers moeite hebben met het balanceren van werk en privéleven en zich zorgen maken over veranderende regelgeving. Ondanks deze uitdagingen hechten zij veel waarde aan flexibiliteit, werkplezier en mentale gezondheid. Het stereotype van ‘goudzoekers’ wordt ontkracht, aangezien ruim de helft van de respondenten regelmatig avond-, nacht- en weekenddiensten draait.

Loe van Erp, algemeen directeur van SoloPartners, onderstreept het belang van beleidsmaatregelen om de positie van zelfstandige zorgprofessionals te versterken. “Dit rapport biedt een helder inzicht in de realiteit van zelfstandig ondernemerschap in de zorg en benadrukt de cruciale rol van zorg-zzp’ers bij het opvangen van personeelstekorten. We roepen beleidsmakers, zorginstellingen, bemiddelaars en zzp’ers op om deze inzichten te gebruiken voor positieve verandering in de zorgsector.”

SEOR en NBBU: financiële onafhankelijkheid en vrijwilligheid
Een onderzoek door SEOR, in opdracht van de NBBU, weerspreekt veelvoorkomende vooroordelen over zzp’ers. Het onderzoek toont aan dat de meeste zelfstandigen vrijwillig voor het zzp-schap hebben gekozen en financieel onafhankelijk zijn, wat haaks staat op het beeld van gedwongen en kwetsbare zzp’ers. Marco Bastian, directeur van de NBBU, benadrukt dat deze nieuwe inzichten de bestaande aannames ontkrachten.

De motieven om zzp’er te worden zijn voornamelijk positief: zelf bepalen hoeveel en wanneer ze werken, werken in beroepen die meestal als zelfstandige worden uitgevoerd, of omdat ze altijd al als zelfstandige wilden werken. Daarnaast heeft de meerderheid van de zzp’ers een financiële buffer van zes maanden of meer, wat hen in staat stelt om bij economische tegenwind minimaal een halfjaar financieel rond te komen. Slechts een klein deel (minder dan 3%) is zzp’er geworden omdat hun voormalig werkgever dat wilde.

Voor 55-plussers, een kwart van het totaal aantal zzp’ers, zijn de vooruitzichten minder rooskleurig als alle geplande zzp-wetgeving wordt doorgevoerd. Deze groep loopt het risico in financiële problemen te komen als ze worden gedwongen in loondienst te treden.

Feiten boven vooroordelen
De onderzoeken van SoloPartners en SEOR bieden een genuanceerd beeld van de realiteit van zzp’ers in Nederland. Ze benadrukken dat veel vooroordelen ongegrond zijn. De meeste zzp’ers hebben bewust gekozen voor hun zelfstandige status, zijn financieel weerbaar en spelen een cruciale rol in sectoren zoals de zorg. Het is tijd om het maatschappelijke en politieke debat te baseren op deze feiten in plaats van op oude aannames.