- Gepubliceerd op:
Toekomstbestendige zorg:
balanceren tussen vast en flexibel personeel
Toekomstbestendige zorg: balanceren tussen vast en flexibel personeel
De zorgsector staat op een keerpunt.. Tijdens het congres ‘HRM in de zorgsector’ kwam naar voren dat strategische personeelsplanning niet langer een optie is, maar een noodzaak. De cijfers die daar werden gedeeld, toonden de omvang van de uitdagingen op de gehele arbeidsmarkt. Hoewel het voor alle sectoren steeds moeilijker wordt om vacatures te vervullen, is de situatie in de zorg extra uitdagend door de uitstroom van personeel die van baan wisselt of met pensioen gaat.
De gehele arbeidsmarkt onder druk
De Nederlandse arbeidsmarkt als geheel staat onder enorme druk. Met een werkzame beroepsbevolking van 9,8 miljoen mensen en een arbeidsparticipatie van 73,4%, is een record bereikt. Vergeleken met de rest van Europa is deze participatie relatief hoog, wat betekent dat iedereen die kan werken, daadwerkelijk werkt. Dit heeft als gevolg dat er weinig ruimte is om nieuwe arbeidskrachten aan te trekken, wat in alle sectoren voor spanning zorgt. Er zijn momenteel meer banen dan werklozen en het vooruitzicht voor 2030 laat zien dat er nauwelijks nog mensen beschikbaar zullen zijn om te werken, wat de werving steeds moeilijker maakt.
De specifieke uitdagingen in de zorg
Binnen de zorg zijn deze algemene uitdagingen nog groter. Zo is 21% van het huidige zorgpersoneel tussen de 55 en 65 jaar en zal deze groep binnen tien jaar met pensioen gaan. Dit betekent dat maar liefst 329.000 mensen de zorgsector zullen verlaten, waaronder 66.000 mensen in de VVT tussen 2025 en 2030. Aan de andere kant werkt 23% van het zorgpersoneel in de leeftijdscategorie 25-35 jaar, waar de arbeidsmobiliteit hoog is: na gemiddeld twee jaar verlaat deze groep vaak de zorgorganisatie.
Dit zorgt voor een dubbele uitdaging: niet alleen vergrijst de sector, maar ook jongere medewerkers blijven vaak niet lang genoeg om de instroom van nieuw personeel te compenseren. Dit hoge personeelsverloop brengt extra kosten met zich mee, omdat er continu nieuw personeel geworven en opgeleid moet worden, wat de druk op de zorg nog verder zal vergroten.
Behoud van kennis en ervaring
De toenemende werkdruk en krapte op de arbeidsmarkt hebben geleid tot een stijging van het ziekteverzuim, dat in de zorgsector 7,6% bedraagt, vergeleken met 5,5% in de totale arbeidsmarkt. Dit verhoogde verzuim legt extra druk op het aanwezige personeel, wat het risico op verdere uitstroom en verzuim vergroot. Het verlies van vast personeel zorgt ervoor dat waardevolle kennis en ervaring verdwijnen. Daarnaast is er, net als in de rest van de arbeidsmarkt, in de zorgsector een fundamentele verschuiving naar flexibeler werken. Landelijk werkt 17% van de beroepsbevolking als zzp’er en 27% als flexkracht, en de verwachting is dat in 2027 de helft van alle werkenden in Nederland flexibel zal werken. Deze trend is ook duidelijk zichtbaar in de zorg, waar medewerkers steeds meer behoefte hebben aan flexibiliteit in werktijden en locaties.
Zorgorganisaties zullen daarom moeten investeren in het behouden van vast personeel én het opbouwen van sterke relaties met flexwerkers, om de continuïteit en kwaliteit van zorg te waarborgen. Dit vermindert niet alleen de tekorten, maar helpt ook de zorgvraag op lange termijn op te vangen. In ons artikel “Zorgmedewerker wil meer grip op zijn eigen werkrooster” bieden we praktische inzichten in hoe zorgorganisaties hun medewerkers kunnen ondersteunen met meer controle over hun werkschema’s, wat bijdraagt aan hogere tevredenheid en loyaliteit.
Een noodzakelijke balans
De toekomst van de zorg vraagt om een herziening van de manier waarop we omgaan met personeelsbeleid. De groeiende zorgvraag, gecombineerd met de krapte op de arbeidsmarkt, dwingt organisaties om te zoeken naar een gezonde balans tussen vast en flexibel personeel. Het behouden van ervaren krachten, terwijl sterke relaties met flexwerkers worden opgebouwd, is essentieel om de kwaliteit van zorg te blijven waarborgen. Zorgorganisaties die nu anticiperen op deze veranderingen, zullen in de toekomst beter gepositioneerd zijn om de toenemende zorgvraag het hoofd te bieden.